onsvatdiepad.reismee.nl

Deel 3: Van Windhoek naar...

Het verhaal van onze Afrika-reis bestaat uit drie delen en als je er twee van hebt gehad, volgt automatisch deel 3. Oftewel, het deel waarin we Namibië gaan verkennen. Maar voor het zover is, moeten we er vanuit Kaapstad eerst zien te komen.

Daartoe gaan om 4 uur ’s morgens in onze luxe hotelkamer in het centrum van Kaapstad de wekkers, voor de zekerheid hebben we ze allebei gezet. We moeten om half zeven vliegen vanaf het 22 kilometer verder gelegen internationale vliegveld en dan moet je vroeg op. Zeker ook omdat we de Polo aan de rechtmatige eigenaar moeten retourneren. Om kwart over vier zijn we keurig gedoucht en hebben we de koffers ingepakt, om tien voor half vijf zitten we in de tuin aan het zwembad aan de koffie die nachthulp Peter voor ons heeft gezet. De avond ervoor had de onvolprezen hotelmanager Anthony ons er al op gewezen dat hij op zijn post zou zijn en we mochten het niet in ons hoofd halen om zelf de koffers naar de auto te brengen. Hebben we dus ook niet gedaan en Peter hartelijk bedankt en wat biljetten toegestopt.

Om even over half vijf rijden we dan door de hoofdstraat van Kaapstad op weg naar de N2, er rijden taxi’s rond, er lopen nachtclubverlaters plompverloren over kruispunten en er is hier en daar politie. Op de N2, die we vanaf het begin rijden (dus richting Ermelo), is er al wel wat verkeer op gang gekomen, het is zaterdagochtend dus dat kunnen alleen maar mensen zijn die op de luchthaven werken, lijkt mij.

Het afleveren van de auto, het inchecken op het vliegveld, het gaat allemaal verrassend soepel en voor we het weten staat vlucht SW702 op Windhoek International Airport. Heel ouderwets mogen we een trap af en lopen we over het vliegveld langs de ebola-controleposten naar de douane en naar de koffers. Het duurt even voor de knalgeel/groene koffer van Mariella over de rubberband aankomt en nog langer voor mijn saaigrijze sleeptas er is. Maar dan kunnen we gewoon de hal in waar als het goed is iemand van KEA, de camperverhuurder, op ons staat te wachten. Die staat er niet en dat vind ik een slecht teken. Gelukkig is er wel een KEA-balie en nadat twee andere huurders administratief zijn afgeholpen – je moet nogal veel handtekeningen zetten voordat je een auto meekrijgt – worden we op een bankje neergezet en wordt KEA gebeld dat we er zijn.

Binnen tien minuten zijn we opgehaald en vijf minuten later zitten we binnen in een hal die is omringd door 4x4 wagens van het merk... Toyota. Ai, als dat maar goed gaat.

We worden ontvangen door Franco die ons hartelijk welkom heet en zegt dat het allemaal wel even gaat duren. We mogen rekenen op een uur of twee voordat we helemaal klaar zijn voor vertrek. Dat heeft niet alleen met de handtekeningen te maken, maar vooral met de uitleg over onze 4x4-camper.

Daarbovenop komt nog dat het in Namibië heel relaxt gaat. We moeten ons vooral nergens mee haasten, buiten is het warm (loeiheet) en kurkdroog. Dus waarom zouden we. We besluiten maar even het Wifi-punt te benutten nu het nog kan. De 16-cijferige code ben ik vergeten, mocht iemand interesse hebben in het huren van een 4x4 in Windhoek en een halfuur over hebben,.

Franco neemt ons op z’n gemak mee naar onze auto en presenteert verrassend soepel, met adequate grapjes alle binnens en buitens van onze auto. Het is een 2,5-liter dieselmotor, met een tankinhoud van 140 liter, we hebben 55 liter water aan boord en allerhande gereedschap en keukengerei. Daarbovenop, letterlijk, staat onze tent. Die zit namelijk op het dak en op het moment dat ik dit schrijf – halfzeven ’s avonds op onze eerste kampplek – staat alles al klaar voor de nacht. Dat moet wel, de duisternis valt in dit gebied heel plots in en we willen natuurlijk niet dat ding in elkaar klussen in het stikdonker.

Nadat Franco alles heeft uitgelegd over hoge en lage gearing, snorkels en allerhande andere wetenswaardigheden die even logisch zijn als ze lijken, is het tijd voor het plechtig handschudden en wordt ons een goede reis gewenst. Mariella rijdt het gevaarte soepel de poort uit en we zijn en route.

Direct zien we een nadeel aan de auto. Als ik aangeef dat Mariella net gewend was aan richting aangeven met links en ruitenwissen met rechts, weet de trouwe lezer al voldoende. Inderdaad, dit is een Toyota, net als de eerste auto en daar zit het dus wéér andersom. Op de eerste rotonde klinkt het vertrouwde schrapen van het rubber op de kurkdroge voorruit.

Toch moet het gezegd, dat Mariella soepel met de enorme sloep omgaat. Op de route van het vliegveld naar Windhoek is dat nog geen punt, maar in de hoofdstad aangekomen besluiten we een super te bezoeken en bij het inparkeren blijkt het best een grote bak. Gelukkig is er altijd wel een parkeerhulp die graag van dienst is (met als ongeschreven regel dat je die nog wel een paar rand c.q. Namibische dollarcenten geeft. Ik duikel een handje munten op en we zijn vrienden.

In de supermarkt trekken we alle registers open. We rekenen op weinig tussenkomstige winkelketens op onze acht dagen durende rondreis, dus we gaan helemaal los. Elk pad van de super wordt ontdaan van een paar producten en we hebben nu de mogelijkheid om vanuit onze 4x4 een cateringbedrijf op te zetten dat een partijtje voor een middelgroot bedrijf kan voorzien van vele gangen voer en bijhapjes. Zelfs de instant-macaronischotels (met corned beef) ontbreken niet. Lang houdbaar, onverwoestbaar en mogelijk nog een keer nodig. Bovenop de 55 liter in de auto, gooien we ook nog 10 liter water uit flessen want Franco heeft ons beloofd dat het drinkwater is waar hij goed mee om kan gaan, maar waar een Europeaan wellicht nachtmerries van krijgt. De 55 liter zijn dan ook vooral voor koffie en kookactiviteiten (gekookt water is altijd prima).

Na het afscheid van de super en met 300 knisperverse Namibische dollars op zak, gaan we naar een camping ten zuiden van Windhoek. Prima plek, waar ze speciaal tentdoeken hebben gespannen waaronder je nog enige verschuiling ervaart voor de stevig brandende Namibische zon. De metafoor koperen ploert is hier volstrekt op z’n plek. Hitte en droogte, zo droog dat je van de hitte niet eens gaat zweten. Dat verdampt direct.

De middag en avond worden verkwist met verbazing en luiheid. Verbazing over het feit dat wij een camper hebben gehuurd, dat we op het dak gaan slapen en dat we in Namibië zijn; een heel ander land dan Zuid-Afrika. Kaler, leger, vriendelijker en even Nederlands-Duits als we thuis gewend zijn. De taal die ze hier spreken is namelijk een mengeling van beide bij ons in de buurt gesprokene.

En omdat het hier een voormalige Duitse kolonie is, zien we onderweg veel Duitstalige mededelingen. Ik snak inmiddels naar een bezoek aan mijn eerste Konditorei.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!