Administratieve rompslomp
Het is dinsdag en dat is de voorlaatste dag van deel 1. Onze reis bestaat uit drie delen, als laatste onze rondreis door Namibië, daarvoor de tuinroute (van Port Elizabeth naar Kaapstad) en het eerste deel is van Johannesburg naar Durban. Nu we de laatste avond in St. Lucia beleven en morgen naar Durban rijden (3 uur) om naar Port Elizabeth te vliegen en onze reis voort te zetten, kunnen we terugkijken op dat eerste deel.
De overgang van Europa, en dan met name Nederland, naar Afrika was groot. In Johannesburg moesten we erg wennen aan het feit dat je niet zomaar overal naartoe kunt gaan, of beter gezegd moet gaan. Ons hotel lag op een beveiligd terrein en dat bleek niet voor niets. Jo’burg is een wereldstad waar rare dingen gebeuren. Dat krijg je als driekwart van de bevolking onder de armoedegrens leeft.
Hazyview en Kruger waren top, kan niet anders zeggen. Maar de weg naar beide plekken was een moeizame, gelardeerd met vele facetten van pure armoe. Swaziland was, mede door het weer, niet wat we er van hadden verwacht of gehoopt, maar St. Lucia heeft dat alles weer goed weten te maken. En nu we een dag of 10 in Afrika zijn, begint het te wennen.
Wat niet went, maar daar kunnen we in Nederland ook niet goed tegen, zijn de formaliteiten. Op dinsdagmorgen zijn we de hoofdstraat van St. Lucia uitgereden om naar Cape Vidal te gaan, wat middenin het Isimangaliso Wetland Park ligt. Om daar te komen, moet je aan het einde van de straat, en dus aan het begin van het park, jezelf melden bij een slagboom. Daar staat een mevrouw die samen met ons een formulier invult. Ze wil alles weten; nummerplaat, merk, type, naam, telefoonnummer en zelfs paspoortnummer. Dat rode boekje hebben we niet bij ons, maar het oplepelen van mijn rijbewijsnummer is voldoende. Na invullen van het formulier gaat een andere beambte ermee naar binnen om de prijs uit te reken en dat op het formulier te printen, in totaal 125 rand, maar waar dat bedrag op is gebaseerd, blijft onduidelijk.
Het park zelf is dat tientje wel waard. Het is een langgerekt stuk duinland, met tropische begroeiing van een kilometer of 30 lang en 5 kilometer breed en onderweg komen we verscheidene dieren tegen die je in de duinen bij Katwijk niet snel zult zien. Toppunt is de neushoorn, een witte, die op zo’n 100 meter van de weg afstaat. Met de verrekijker zien we dat zijn hoorn bijzonder puntig is.
Op het strand bij Cape Vidal waait het zo hard, dat onze kapsels bijkans achterstevoren komen te zitten. De wind waait een kitesurfer door de branding en er liggen hier en daar wat verstokte strandgangers te liggen, maar daar blijft het wel bij. De enige activiteit buiten de kite die we waarnemen, komt van mensen die achter hun petten aanrennen die worden afgeblazen.
Op de terugreis pikken we alle safariroutes en uitkijkposten mee. We ontwaren het laatste knobbelzwijntje dat we in Afrika zullen zien, omdat ze in het zuiden waar we nu naartoe gaan, niet voorkomen. De bokjes en hertjes nemen we op de koop toe.
Op het uitzichtpunt – Mission Rock – besluiten we tot een korte picknick met zelfmeegebrachte broodjes in de koeltas. Hiertoe zijn we gedwongen omdat op de 30 kilometer lengte en 5 kilometer breedte geen uitspanningen met terras zijn ingericht. Die morgen hadden we in de Spar daartoe inkopen gedaan. Broodje, wat Salami, kaasje, wat sapjes, bakje melk. Een van de sapjes zit in een klein flesje en wordt door Mariella geopend. Ze neemt een forse teug ervan, klokt het weg en roept luid ‘gatverdamme’. Wat blijkt, het flesje van 200 milliliter bevat genoeg gezoet concentraat om 8 liter druivensap te maken. Om er zeker van te zijn dat de gatverdamme niet onterecht is, neem ik ook een slokje en inderdaad, het is bijzonder gatverdamme. Hilariteit alom!
Op de terugreis blijft de smaak van de druiventroep nog lang hangen, zolang, dat we pas op het terras van de B&B bij een biertje respectievelijk een wijntje het weer een beetje kwijt zijn.
Jaja, je maakt wat mee op zo’n vakantie.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}