Zwijntjes
Wakker worden van de regen is iets wat je niet verwacht als je in Swaziland bent. Niet dat het er altijd veertig graden in de schaduw is, maar dit is het andere uiterste. Op het golfplaten dak klettert het midden in de nacht. Het is de voorbode van een langdurige bui die aanhoudt tot noen.
Nu is regen niet heel erg. Wij komen uit Holland en zijn echt wel wat gewend. Maar daar waar ik iets van 10 poloshirts heb meegenomen, geheel in het teken van verwachte warmte, heb ik slechts één trui ingepakt. En dat is niet eens een dikke. Dat betekent dus dat onze zaterdag in het teken staat van kou lijden.
Na het ontbijt, duiken we nog even onder het dekbed om weer warm te worden. We zijn hier nu een krappe week en van enige rust is geen sprake geweest. We moesten een aantal dagen achter elkaar om 5 uur ons nest uit, dus relaxen is geen mal plan. Tel daarbij op dat het wild dat Mlilwane ons te bieden heeft niet veel verder gaat dan wat hertjes, zwijntjes, meer hertjes en hertjes, en ons dagplan is rond.
Tegen een uur of een krijgen we de geest, en besluiten we met de Corolla een rondje te gaan maken op het park, dat overigens eigendom is van koning Mswati III. We zullen hem niet aantreffen. Wie we wel aantreffen, is de eigenaar van een Land Rover Discovery, die ons tegemoet komt rijden als we koud 10 minuten door de grindbak aan het dolen zijn – wat we op de kaart zien, komt niet overeen met hetgeen voor ons opdoemt, of andersom. Ik zie zijn auto 100 meter verderop capriolen uithalen die ik ken uit de keren dat ik zelf ben wezen terreinrijden, en wat ik zie, is niet mals.
Wanneer hij langszij komt, draait hij zijn raampje open en schud zijn hoofd. Ik kan het vergeten met een Corolla die kant op te gaan. Prettig dat we hem tegenkwamen, nu hebben we een goed excuus om operatie Dekbed te hervatten. Terug op het kamp besluiten we nog een klein rondje rond het meer te maken en dat vergaat ons niet verkeerd. Onderweg komen we nog wat hertjes, hertjes en hertjes tegen en een tiental knobbelzwijntjes.
Stiekem vind ik deze diertjes tot op heden het leukste van heel Afrika. Natuurlijk, luipaarden, leeuwen, olifanten, giraffes, ze zijn allemaal enorm gaaf. En ook best geinig om een wild dier langs je auto te hebben lopen dat binnen een seconde kan besluiten je op te peuzelen en dit daadwerkelijk uit te voeren. Maar geen van de genoemde beesten heeft de charme van het zwijntje. Ik heb ze die ochtend een half uurtje geobserveerd en ze zijn geinig. Kunnen een pirouette maken, uit stand, als ze niet heel goed bij de grond kunnen om wat nootjes te eten, gaan ze op hun ellebogen leunen (of als ze lui zijn) en als klap op de vuurpijl hebben ze het vuur ontdekt als een zegen. Het is namelijk zoals gezegd retekoud en dat voelen zij ondanks hun vachtje ook. In het midden van het kamp van Mlilwane, brandt een houtvuur en de dames Knobbel gaan daar gezamenlijk omheen liggen om een warm karbonaadje te halen. Guitig!
Reeds vroeg in de avond nemen we afscheid van het vuur en duiken we weer onder het dekbed, ditmaal om nog een stief kwartiertje te lezen, maar vooral om heel vroeg te gaan slapen. De volgende dag moeten we naar St. Lucia en dat belooft weer een lange rit te worden.
En dat wordt het. Ruim 7 uur gasgeven, sturen en inhalen op de MR08 in Swaziland en de N2 in Zuid-Afrika. Daartussen ligt de grens en ditmaal mogen we in omgekeerde volgorde stempels halen en paspoorten schouwen. We zijn nu binnen een half uur door, maar dat komt vooral doordat er op zondag langs deze grensovergang – waar in geen velden of wegen eens stad is te bekennen – nauwelijks verkeer is.
We zakken nog 150 kilometer af om in St. Lucia in de Pelikaanstraat een B&B te betreden waar we met Nederlands bijzonder goed uit de voeten kunnen. De uitbater zulks laat vol trots haar verzameling Delftsblauwe borden en KLM-huisjes van dezelfde snit zien. We krijgen een prima kamer, met uitstekend terras en een halfvol zwembad. Duiken verboden, zwemmen ook.
Dat zit zo. De stad zit zonder water en alleen tussen 6 en 8 ’s morgens en 6 en 8 ’s avonds, is er druk. We kunnen dus alleen in die tussentijd douchen en als we buiten Sperrzeit de plee willen doortrekken, moeten we gebruik maken van een jerrycan vol water dat uit het zwembad komt. De gemakken van de moderne wereld.
De middag gebruiken we nog voor een lange wandeling naar de oceaan, de Indische ditmaal, die we vanuit onze B&B kunnen horen bulderen. Op zich hoeft de wandeling niet zo lang te zijn, maar we moeten wel om een meer heen dat is gevuld met krokodillen en nijlpaarden en die zouden het wel eens op ons voorzien kunnen hebben, dus moeten we omlopen. ’s Avonds zeker oppassen, omdat dan de hippo’s het water uit komen en ergens in de stad vers gras gaan staan te grazen. Ze zijn al in de hoofdstraat gespot, wegen duizend kilo en gaan niet aan de kant.
Afrika is leuk.
Reacties
Reacties
Niets luieren op vakantie: zwijntjes zoeken hahaha doe je goed!! En pas op voor de hippo!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}