Op zoek naar de honingdas
Als we om zes uur met de Land Cruiser vol hongerig safarivolk over de eerste heuvel buiten Ngala rijden, zie we de zon net bloedrood boven het randje van de horizon uitkomen. Exact 12 uur later zullen we die weer op dezelfde wijze, maar aan de andere kant, zien ondergaan. Ondertussen gebeurt er veel.
Een uur eerder is de wekker gegaan, dat wil zeggen: er stond iemand aan de deur die ons wekte voor de safari. Om half zes zijn we naar de ontbijtzaal gestiefeld voor een kop vroege ochtendkoffie. Onderwijl treffen we Dike, onze ranger, al even vrolijk aan als we hem gisteravond hebben achtergelaten. Wij prijzen de bijzonder prettige lodges en de dito bedden. Hij glimlacht en antwoordt dat hij dat fijn vindt om te horen. Hem is namelijk ook wel eens wat anders verteld, namelijk dat mensen die in de lodges logeerden de tv misten en de ochtendkrant. Of Ngala daar even voor wilde zorgen. Op mijn vraag aan Dike of hij dat niet eens mist, antwoordt hij dat hij ’s morgens de paden leest, op zoek naar wild.
De Land Cruiser is goed bevolkt. Het is onze tweede (en ’s middags de derde) Game Drive en we hebben inmiddels een vast clubje. Dat is handig omdat de ranger dan precies weet wat de inzittenden al hebben gezien en waar ze zijn geweest, zodat er altijd nieuwe avonturen in het verschiet liggen.
Een klein overzicht van de Land Cruiser. Voorop zit Zhou Zhou, de tracker ofwel degene die het wild moet opsporen. Achter het stuur onze ranger Dike die vooral bezig is met het besturen van het vehikel en het maken van grapjes en het vertellen van anekdotes over de dieren. Dat afgewisseld met informatie. Vogels is zijn specialiteit. Naast hem zit een Schotse dame die vooral opvalt omdat zij zichzelf tijdens het wandelen ondersteunt met een hulpmiddel: een stok.
Achter haar zit een Afrikaans stel, dat wil zeggen: hij is Afrikaans, en zij is Schots en geëmigreerd. Ze wonen in Johannesburg in een drievoudig beveiligde woning. Jo’burg zoals ze dat zelf noemen, is namelijk nogal een onveilige stad. Achter het stel zit een Amerikaanse die vooral opvalt doordat ze veel te vertellen heeft in een duidelijk zuidelijke tongval. Ze is van North-Carolina. Wij completeren het stel op de achterste bank.
Zo horen we dus nogal veel soorten Engels, namelijk tweemaal Schots, tweemaal Zuid-Afrikaans, eenmaal Amerikaans en ons gebrekkige soort. Zhou Zhou sluit de rij, hij spreekt alleen een inlandse taal en snapt een paar woorden Engels. Maar ‘tracken’ kan hij. Wanneer we op de weg rijden en er verse keutels van een neushoorn zijn gespot, weten we dat ze in de buurt zijn. Met het blote oog ziet Zhou Zhou ze vanaf vijfhonderd meter in het hoge gras staan. Wij zien werkelijk helemaal niets. Zelfs niet als ze op 100 meter staan. Ja, we moeten aan een nieuwe bril, maar dit is wat overdreven.
Verder wordt er in de ochtend een drinkplaats gefrequenteerd die door bokjes, zebra’s en allerhande ander grut worden benut. En daar zien we ook een krokodil. Die ligt roerloos op een prooi te wachten met z’n rug naar de drinkplaats. Dat gaat niks worden, zoveel is duidelijk.
Na terugkeer, is het tijd voor ontbijt. En rust, want om vijf uur opstaan en dan vier uur lang rondtoeren door het Afrikaanse land op zoek naar wild, vergt nogal. Dus slapen we tot noen en gaan dan zwemmen. Tot de lunch en erna weer een uurtje rust tot er een nieuwe game drive op het menu staat. Wat we nu weer zien, is wat minder dan gisteren – wat ons doet concluderen dat gisteren een uitzonderlijke score was. Natuurlijk, we zien olifanten die een modderbad nemen. We zien de neuzen van de nijlpaarden – een stuk of zeven. En we zien dat hun onderwaterblijven nog heel actief blijkt te zijn. Ze gaan continu blazend op een neer en maken er een hoop herrie bij.
Aan het einde van de middag zien we nog de drie leeuwen die we gisteren ook zagen. Maar hoe lang we ook wachten, ze weigeren in actie te komen. Ze zwiepen met hun staart vliegen weg, draaien zich af en toe om en bewegen wat met hun poten en dat is het wel. Luie boel hier met 40 graden op de thermometer.
Tijdens de terugreis wordt het langzaam donker. Halfweg terug zien we een kudde olielampen staan, waar we halt houden. Het is tijd voor champagne met knabbels. Onder de zuidelijke sterrenhemel staan we bubbels in flutes te slempen en knagen we een nootje, terwijl een kudde buffels op honderd meter ons schaapachtig staat aan te kijken. Ja, wij vinden het ook raar. Zeker ook omdat er een heus picknickhoekje wordt ingericht, inclusief klaptafel en boerenbont kleedje. En ijs, heel veel ijs.
Terug naar de lodge ontdekken we in het donker wat avonddieren: een aapje, een kameleon en een civetkat. Toch knap van de tracker om dit in het donker te kunnen ontwaren, al heeft hij daarbij wel hulp van een verstraler met licht.
De avond wordt beëindigd met het diner dat we besluiten met de Amerikaanse Jean te nuttigen omdat zij alleen reist. We hebben het over de Amerikaanse geschiedenis – die zij niet heel meester is en het recht voor Amerikanen om wapens te dragen. Interessante kout.
Na twee dagen Ngala is het bijna voorbij. Morgen nog een vroege game drive (wekker om 5 uur) en daarna naar Swaziland. Natuurlijk was het de vele pegels die we hebben moeten weten betalen voor deze luxe meer dan waard. Ik kan het zelfs iedereen van harte aanbevelen om het op deze manier te doen, want hoe kom je anders op 5 meter afstand van een olifant en 2 van een leeuw?
Tuurlijk. Maar onze queeste is nog niet voorbij. Voordat we naar Afrika gingen hebben we op de BRT een tweedelige serie gezien van een presentator die naar Afrika ging met maar één doel: de honingdas zien. En dat ontbreekt nog aan ons lijstje waar naast de grote 5 zo’n beetje heel Afrika al prijkt.
De honingdas, we blijven zoeken.
Reacties
Reacties
Gaaf hoor wat je allemaal hebt gezien, ook al lijkt het soms niet zoveel:) die chita in de boom is unicum!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}